Nieuws

Waar ben ik nu weer mee bezig
Ach, in Canada hebben ze grotere problemen.
Ach, in Canada hebben ze grotere problemen.

Een pleidooi voor de juiste definitie van ironie

Sarcasme. Satire. Ironie.

We gebruiken deze woorden te pas en te onpas, omdat we denken dat ze onze gesprekken (en dus ons) cachet geven.
En cachet is goed. Iedereen wil cachet! Maar niet iedereen verdient cachet.

En helemaal niemand verdient dat kapsel.

En helemaal niemand verdient dat kapsel.

Want woordenboeken, Wikipediapagina’s of ambitieuze blogposten ten spijt, niemand schijnt te weten wat sarcasme, ironie of satire nu precies is. De geschreven definities zijn te vaag, te algemeen, elkaar te tegensprekend (wie schrijft die dingen?). Dus beslissen we in de praktijk maar zelf: het is allemaal ‘spot. Voilà. De Vlaming heeft gesproken. Sarcasme? Da’s satire want eveneens spot. Ironie? Ook spot, dus hetzelfde als sarcasme. Satire? Eén spot nat. Woordspelingen zijn ook humor.

Gele pulls ook.

En gele pulls ook.

Wel, ‘spot’ is niet goed genoeg. ‘Spot’ is rommel. ‘Spot’ is belachelijk. Waarom maken we geen onderscheid binnenin spot? Zoals Engelstaligen dat zo mooi doen? Zijn wij daar niet genuanceerd of slim genoeg voor? Zijn Engelstaligen slimmer dan wij?

Zelfs de ‘slimme’ media van Vlaanderen (dat was sarcasme) halen de begrippen constant door elkaar. Bespottelijk. (ha!) Laatst zag ik als krantenkop een citaat van een minister tegen een andere: “Haal die ironische grijns van uw gezicht!”. Bedoelde hij sardonisch? Want dat lijkt er wat op en het zou kloppen. In ieder geval, dit is dus waar ons belastingsgeld naartoe gaat.

Ach, in Canada hebben ze grotere problemen.

In Canada hebben ze grotere problemen.

Kijk. Ik ben dertig. Ik wil rustig mijn leven leiden. Maar helaas, zelfs mijn nakende moederschap – toch een ingrijpende gebeurtenis in iemands leven – kan de boel niet relativeren. Zie hier dus voor mijn gemoedsrust, nogmaals de verschillen tussen sarcasme, ironie en satire, geschetst met Engelstalige humor, want die weten tenminste waarover ze spreken.

Hoewel er uitzonderingen zijn.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen.

 

Sarcasme
Sarcasme is het omgekeerde zeggen van wat je vindt. Liefst met een wijsneus-toontje of op zijn minst een droge blik.

“Dat nieuwe nummer van de Black Eyed Peas is echt geniaal!”, bijvoorbeeld. Of “Wanneer komt er nu nog eens een nieuwe superhelden-film uit? Da’s zo lang geleden!”

Hier een nog betere, vanuit The Simpsons:

http://www.youtube.com/watch?v=38HKZLpifhU

 

Of van de koning van sarcasme, Jerry Seinfeld:

 

Ironie
Denk nu niet dat ik de ironie niet waardeer, wanneer iemand beweert te weten wat ironie is en helemaal fout is. Ik waardéér dat. Ik glimlach met mijn hart. Toch even herhalen wat ironie precies is, want ik ween tegelijk met mijn brein: het is het omgekeerde verkrijgen van wat de bedoeling was.

The Tree of Irony

© The Perry Bible Fellowship

 

Een definitie in gezang nodig? (wacht tot op het einde)

 

Of gaan we eventjes terug naar onze kindertijd, toen we blijkbaar wel wisten wat ironie was?

http://www.youtube.com/watch?v=qWdFIXn2Mdo

 

Ik kijk niet alleen naar cartoons:

 

En ik vertel er graag ook even bij wat ironie niet is. In bold. Ook in italic? In orde: ironie is niet alléén sarcasme, een grof mopje, een ongelooflijk toeval, brute pech of schadenfreude. Er is meer voor nodig: een bedoeling.

Satire
Deze gooi ik er gewoon voor de lol bij, omdat ik vaak de indruk krijg dat mensen satire bedoelen wanneer ze ironie zeggen. Satire is op een intelligente manier spotten met iets. Dat kan met sarcasme of ironie of allebei!

De koning van de satire is Stephen Colbert:

http://www.youtube.com/watch?v=DazDi3yk4bw

 

Of was Greg Giraldo tijdens Comedy Central’s roasts:

 

Hè hè. Dat doet deugd.

Ik voel me goed. Bomvol cachet. Ik maak me sterk dat dit een relevant onderwerp is, dat ik iedereen nu voor altijd heb overtuigd, en dat we er eindelijk over kunnen zwijgen. Hoera!

Oh.
Oh.

Ontbijt op bed is een leugen

Niemand geniet van ontbijt op bed, kunnen we alsjeblief stoppen met daarover te liegen?

Slapen is geweldig, zo weet iedereen. Als je iemand ontmoet die dat tegenspreekt, loop dan hard weg en kijk niet achterom. De zot. Niemand met gezond verstand haat slapen.

Wakker worden daarentegen, is weer wat anders.

En het is nog niet erg genoeg dat je uit een heerlijke slaap (en misschien wel uit een of andere gekke erotische droom) ontwaakt, staat daar ook nog eens iemand vrolijk te wezen met een hoop croissants. Al ooit croissants gegeten? Die kruimelen. Dat zijn bedkruimels die je er nooit uitkrijgt en dat kriebelt. Moet je je lakens vervangen omdat iemand lief wou doen?

Zwijg me over zachtgekookte eitjes. Eigeel zal druppen. Dat is wat het doet.

En waar zet je dat eten eigenlijk? Het staat clichématig gezien op een dienblad, maar waar zet je dat dienblad? Op je knieën terwijl je krampachtig recht probeert te zitten? Op je schoot in een pijnlijke kleermakerszit? Op kussens? Op kussens, op een wiebelende matras? Waardoor je glas fruitsap omvalt?

Het erge is dat die persoon zo z’n best heeft gedaan en je moet doen alsof het super is. Je begint je dag dus niet alleen kruimelig, maar ook hypocriet. Hoe dan ook met een vreselijke adem. Een gevaarlijke combinatie.

De dag is om zeep.

Je leven is geen reclamespot – niemand is goedgezind als ie pas wakker is. De meesten onder ons willen gewoon plassen en daarna een kop koffie. Wie wordt in hemelsnaam wakker met onmiddellijke honger? De allereerste seconde van je dag? Ogen open en honger?

Mensen met een lintworm.

7 verkeersmanoeuvres die tonen dat je een klojo op vier wielen bent

Proficiat iedereen! We hebben het ver geschopt als mens.

De slimsten onder ons vonden een auto uit en moesten verkeersregeltjes opstellen opdat de anderen elkaar er niet mee van kant zouden maken. Maar ze waren één detail vergeten: een doordeweekse mens oordeelt zelf wel of iets gevaarlijk is. Een doordeweekse mens rangschikt de opgestelde verkeersregels van ‘dit manoeuvre mag niet, anders gebeuren er ongelukken’ naar ‘dit manoeuvre mag niet, anders krijg ik een boete’ tot ‘dit manoeuvre maakt me een klojo maar echt illegaal is het niet dus waarom zou ik het laten?’.

Sommigen laten dat laatste effectief, omdat ze geen klojo zijn. Anderen kiezen er voor om hun medemens – dat zijn jij en ik, beste lezer –  te schofferen. Die mensen deugen niet.

Ze zijn de klojo’s van de verkeerswereld, die volgende manoeuvres uitvoeren en toch kunnen slapen ‘s nachts:

1. Niet netjes aansluiten bij parallel parkeren

1-parallel parkeren-01

De meeste auto’s zijn meer dan drie meter lang. Dat is algemeen geweten. Zou je denken! Bepaalde chauffeurs menen echter dat er auto’s bestaan van amper een meter. Daarom laten ze plaats, speciaal voor deze wagens, aan het uiteinde van een parkeerstrook.

Dat was sarcasme. Ik weet niet waarom bepaalde chauffeurs geen plaats vrijhouden voor wagens van normale grootte. De enige verklaring die ik heb, is dat ze klojo’s zijn.

2. Iemand geen ruimte geven om parallel te parkeren

2-geen ruimte parallel-01

Parallel parkeren heeft dat effect vaker op bepaalde chauffeurs, zo blijkt. Die rijden achter iemand aan in een smalle straat met zijlingse parkeerstrook. De persoon voor hen stopt plots, zet z’n pinker op en wil die vrije parkeerplaats achter hem in. Witte achterlichten schieten aan.

De andere chauffeur reageert niet. Hij is te druk bezig met het klojo-zijn.

3. Toch een overvol kruispunt oprijden terwijl het oranje wordt

3-oranje op kruispunt-01

Het oranje verkeerslicht bestaat om één duidelijke reden: het geeft aan dat het rood zal worden. Als je heel snel rijdt (naargelang de maximum toegelaten snelheid – je weet nooit wie hier meeleest) mag je een oranje licht passeren. Maar enkel als je heel snel rijdt en dus niet kan stoppen. Weet je wanneer je niet heel snel rijdt?

Wanneer het kruispunt potdicht zit. Dan telt door het oranje rijden niet. Dan blokkeer je de andere chauffeurs waarvoor het nu groen wordt. En weet je wat er door hun hoofd spookt?

“Klojo.”

4. Te laat invoegen

4-te laat invoegen-01

Ik heb het niet over ritsen. Ik weet wat ritsen is. Dat hoort vlot en hoffelijk te zijn en pas op’t einde van de rijstrook sinds kort.

Ik heb het over maar al te goed beseffen dat er een file staat aan een afslag, en toch tot op het einde wachten om in te voegen. Voor mensen die al een hele poos doodeerlijk staan aan te schuiven. Als ik een van die mensen ben, dan laat ik je niet door. Niet omdat ik een klojo ben, maar jij.

5. Op de middenrijstrook blijven rijden

5-middenrijstrook-01

We hebben allemaal onze ruimte nodig. En waar vind je meer ruimte, dan helemaal in het midden van iets? Neem nu een snelweg met drie rijkvakken. Logischerwijze gaat het zo: hoe linkser, hoe sneller. Makkelijk, hoor.

Maar! Wat als je lekker veel ruimte nodig hebt of je niet sneller wil rijden dan die rechtse auto of trager dan die linkse? Wel: dan rij je toch gewoon in het midden? Zoals een klojo. Maakt niet uit of andere auto’s dan heulemaal van links naar rechts moeten om je voorbij te steken.

6. Je pinker niet (of te laat) opzetten als je verandert van rijstrook

6-pinker niet aanzetten-01

Zij die toch ineens een moment van helderheid achter het stuur beleven en van rijstrook veranderen zoals normale chauffeurs, dienen hun pinker op te zetten. Persoonlijk verkies ik minstens twee seconden pinkeren voordat ik overga tot actie.

Sommige chauffeurs geven het drie seconden, anderen slechts eentje. En da’s allemaal okee.

Maar bepaalde chauffeurs zetten hun pinker pas aan wanneer ze al aan hun stuur draaien en de stippellijntjes over zijn. Of ze doen het verdorie niet. Dan rij je achter zo iemand en denk je: “Er is godverdomme alweer zo’n vieze, gore klojo achter z’n stuur gekropen.”

7. Je vier pinkers aanzetten en dan je auto verlaten

7-vier pinkers-01

Blijkbaar is het concept ‘pinker’ niet al te eenvoudig om te begrijpen. Naast het feit dat ze de richting aanwijzen waarnaar je wenst te rijden (ze heten “richtingaanwijzers” in de boekskes), kunnen ze er ook op duiden dat je tijdelijk wenst stil te staan om allerlei redenen.

Zoals wachten op iemand, laden en lossen, je gps instellen enzovoort. Mij best. Waar ze niet toe dienen, is jou enkele uren cadeau geven om te gaan winkelen of ergens binnen te wippen zodat de slachtoffers van jouw dubbelparkeren – die zich ondertussen te pletter tuuteren –  jouw gezicht voor altijd zullen associëren met dat van een klojo.

Want dat is wat je dan bent. Een klojo.

Indien de overheid mij wenst te contacteren voor pamfletten, workshops en syllabi rond klojo’s en hun rijgedrag: weet bij dezen dat ik dit graag én gratis zal doen.

Spreekwoorden die geen steek houden en waarom

Als je maar iets vaak genoeg hardop zegt, heeft het geen betekenis meer. Dat weet iedereen die ooit wiet heeft gerookt. Dat wisten de uitvinders van spreekwoorden ook. We blijven hun (waarschijnlijk onder invloed van drugs bedachte) spreuken maar herhalen en hebben ondertussen niet door dat ze geen steek houden.

Leonid_Pasternak_-_The_Passion_of_creation

Dat zijn aambeien met slagroom … Verdomme waarom ben ik zo geniaal?”

Hoog tijd dus voor een helder hoofd en een kritische noot bij veel te vaak gebruikte spreekwoorden:

Al draagt de aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding. Een aap is niet lelijk. Jij bent lelijk.

Eerlijk duurt het langst. Lang duren? Geeuw.

Als puntje bij paaltje komt. Welk puntje en welk paaltje? Heeft het te maken met landgoed? … Is het seksueel?

Beter één vogel in je hand dan tien in de lucht. Wie heeft er wat aan één vogel? Wat kan je daar mee doen? En zelfs al héb je er eentje gevangen, wat maakt het uit als je er eigenlijk tien wou? Typisch Belgisch om genoegen te nemen met minder.

Wie laatst lacht, best lacht. Ten eerste is de zinsbouw van dit spreekwoord van de pot gerukt (een spreekwoord dat ik tot aan mijn dood zal verdedigen). Het moet zijn: wie het laatste lacht, lacht het beste. Feit. Maar dat maakt zelfs niet uit want ten tweede is diegene die het laatst lacht, ook diegene die de mop niet doorhad. Die lacht dus niet het best maar het belachelijkst.

Belofte maakt schuld. Mensen die rekenen op gesproken woorden van andere mensen zijn ofwel naïef, ofwel masochistisch. In ieder geval: veel geluk!

Beter laat dan nooit. Als je leven er van afhangt, is laat even slecht als nooit want je bent hoe dan ook dood.

Ieder huisje heeft zijn kruisje. Is een kruisje nu goed of slecht in een katholiek land? … Is het seksueel?

Dat muisje krijgt nog een staartje. Alle muizen hebben al een staartje. Ik vind trouwens dat spreekwoorden te veel verkleinwoorden gebruiken.

Spreken is zilver, zwijgen is goud. Wat is er mis met zilver? Of met spreken? Wie is ooit rijk geworden van zwijgen? Of arm van spreken?

Hoogmoed komt voor de val. In het land van de spreekwoorden mag je niet zelfzeker zijn. Want dan val je. Nieuwsflits: iedereen valt – ook bescheiden idioten.

Na regen komt zonneschijn. Na regen komt vaak meer regen, of zelfs hagel. Op zijn minst een grijze hemel zonder zonneschijn, schat ik, in 60% van alle keren dat het ooit regent (ik ben geen meteoroloog).

Denk nou toch eens even na, mensen!

Waarom ziet Patrick Stewart er na twintig jaar nog steeds hetzelfde uit?
Waarom ziet Patrick Stewart er na twintig jaar nog steeds hetzelfde uit?

Wat ik me zoal afvraag (10)

Hier opnieuw een reeks onderwerpen waar ik – bij gebrek aan een toffe hobby – intensief mee bezig ben. Op sommige van deze vragen ken ik het antwoord, maar neem ik er geen genoegen mee.

Waarom ziet Patrick Stewart er na twintig jaar nog steeds hetzelfde uit?

Waarom is ‘Star Trek’ eigenlijk een cultreeks?

Waarom is ‘Showgirls’ een cultfilm?

Waarom zeggen we “kwartier” en niet “kwartuur”? Wat is een “ier”?

Waarom zeggen sommige mensen “bowlingen” en niet “bowlen”?

Waarom draaien bepaalde radiozenders harde fuifmuziek na 23u op een vrijdag- of zaterdagavond? Denken die dat jongeren hun radio aanzetten thuis en dan dansen en feesten?

Ben ik de enige die als kind dacht dat ‘Madammen met nen Bontjas’ van Urbanus tegen snobbige mevrouwen was? Terwijl dat tegen dierenleed blijkt te zijn?

Waarom is een decolleté van kleine borsten stijlvol en eentje van grote borsten vulgair?

Waarom geven ze bij junkfood geen vochtige doekjes om achteraf je handen te poetsen?

Wat is er opeens mis met gluten? (tenzij je glutenintolerantie hebt)

Waarom duurt het nu een halve dag als ik een digitaal paswoord wil veranderen?

En waarom hebben ze daar mijn gsm-nummer, een e-mailadres en mijn bloedgroep voor nodig?

Als personages in films agressief teelballen vastgrijpen met een “hmmmpf!”, om iets gedaan te krijgen van het slachtoffer, waarom doen ze dan ook “hmmmpf” als ze ze weer loslaten? Hoezo is dat een inspanning? Je laat toch gewoon los? (let er gewoon eens op)

Zijn homofobe mannen bang van homo’s omdat ze denken dat die hen hetzelfde zullen behandelen als zij vrouwen?

Hoe moeilijk is het om zonder dt-fouten te schrijven?

Waarom bestaat het gerecht ‘kapsalon’ niet buiten Antwerpen?

Waarom doet iedereen altijd alsof zure haring degoutant is? Terwijl dat supergoed verkoopt? Wie eet al die zure haring?

Waarom staan zovele mensen al recht, wanneer de tram of bus nog bijlange niet gestopt is?

Waarom miauwen poezen aan een gesloten deur, om je dan dommig aan te kijken en te blijven zitten als je de deur opent?

Waarom krijg ik meer likes op een stomme selfie dan op een blogpost waar ik écht moeite voor moest doen?

Waarom blijven bepaalde landen hun films maar dubben met hun eigen taal? Hoezo is dat nog maar legaal?

Hoe zou het nog zijn met die wereldwijde ‘ebola-epidemie’?

Dat was voorlopig weer alles.