Letterlijk. Afscheid nemen bestaat letterlijk niet.
Het is slechts de tweede helft van alle menselijke interactie. In de eerste helft praat je over je job, je familie, je gezamelijke kennissen met eventuele sappige roddels. En na enkele uren, net wanneer je alles denkt gezegd te hebben en een duidelijk teken als “Bon!” hebt gegeven, gaat de tweede helft in. Er duiken prompt nieuwe en frivolere onderwerpen op. Waarom hadden ze het daar niet eerder over? Het start met onschuldige vragen als “… en hoe gaat het eigenlijk nog met die … allez, die ene griet daar. Waarmee je zo eventjes gewerkt hebt. Ze staat op je facebook. Dinges. Hoe heet ze, zeg het eens?” en hups, je bent weer vertrokken voor een halfuur kostbare tijd die je huiswaarts had willen spenderen.
Het grote verschil met dit tweede deel is dat je niet meer ontspannen neerzit. Je rommelt wat in je handtas of broekzakken. Je drinkt nog dat laatste restje water op. Je aarzelt en beweegt je stilletjes naar de deur terwijl je tafelgenoten omhoogkijkend hun salvo triviale vragen afvuurt. Je sleutels rinkelen in je handen. Er valt uiteindelijk hier en daar een “Tja…”, nochtans hét beproefde signaal dat je wil vertrekken na “Bon!”. Je denkt dat dit volstaat. Maar dat doet het niet. Want dan zegt iemand iets als “Zeg, zot hé van die hele discussie over Zwarte Piet?” en dan begint het weer helemaal opnieuw.
Ondertussen staan jullie in de gang. Er wordt een hand op de deurklink gelegd en al gauw waait de koude je tegemoet. Maar dan klinkt er een “Schone jas, zeg, waar heb je die gekocht?”. “Het stad,” zucht je en je schuifelt de nacht in. Soms volgen ze je tot aan je auto! Laat me gaan, denk je, ik zie je graag en zegen je hart maar dit was meer dan toereikend qua interactie met jou.
“Bel ons als je thuis bent!” dringen ze aan. “Waarom?” vraag je vermoeid. “Ah zodat we weten dat je veilig thuis bent gekomen!”. Je knikt maar weet wel beter. Die gaan je niet nog eens liggen hebben!
Comments (2)