Toen ik nog een kleine Hanne was en derhalve met ‘Hanneke’ aangesproken werd, noemde ik hem ‘papa’. Mama noemde hem ‘sjoe’ en volwassenen zeiden ‘Marc’. Ik woog niets en in zijn sterke armen nog minder, wanneer hij mij optilde om in zijn nek te zitten. Dan was ik een grote Hanne. Nog groter dan die reus van een vader, met een zwarte bos haar en dikke strenge wenkbrauwen. “Niet in mijn nek plassen, Hanneke,” waarschuwde hij dan met zijn lichtgroene ogen die knipoogden, waarop ik me steeds afvroeg of ik dat ooit had gedaan. En of ik die dag al geweest was.
In zijn bijzonder grote gestalte huisde, zo ergens rond de borststreek, een bijzonder klein hart. En langs zijn bijzonder grote mond kwamen jennende woorden van het soort dat alleen vaders kunnen smaken. “Mààr een acht op tien?” tot mijn ontsteltenis. Ik vond sarcasme niet grappig. Ik lachte me wél een kriek wanneer hij zijn befaamde Antwerpse accent bovenhaalde en duizendmaal “duzend” zei, of als hij – onze voorhoofden raakten – scheel in mijn lichtblauwe ogen keek. Humor varieert toch in elk gezin, denk ik.
Hij plaagde me graag over lang vervlogen gênante tijden, zoals die keer dat ik slapend mijn hele bed had ondergekotst en hij de enige was die het had gehoord en aldus mijn leven – en dat van mijn pluchen Samson – redde met een vervloekte koude douche. Of die keer dat ik was flauwgevallen na het bloedgeven omdat ik “te lang vegetariër” was geweest en beter wat lever of bloedworst zou eten. Of die keer dat hij mij in de mast had gehesen om dan met de zeilboot te schommelen. Tot mijn luid getier en zijn hoongelach. Hij wilde dat ik mezelf kon relativeren.
En hij wilde dat ik slim was, zoals hij. En dat ik wist wat te doen wanneer ik zou stranden op een onbewoond eiland, of onder een lawine bedolven zou worden. Tot nu toe is die kennis nog niet van pas gekomen, maar volgens hem wist je maar nooit. Hij was een man van het leger en stuurde me uit verre landen handgeschreven brieven die ik amper kon ontcijferen, op de “Veel liefs van je papa” na.
Eens ik oud genoeg was noemde ik hem ‘pa’ (of ‘pa-a!’) en plaagde ik hem vooral terug. Ik wil geloven dat hij dat stiekem fijn vond. Dan rakelde ik onderhoudende herinneringen op, zoals die keer dat hij op enkele maanden tijd eerst zijn rechter- en dan zijn linkerbeen brak. Hij wilde een skateboard uitproberen maar die vond dat geen goed idee. Dat we toen de twee broekspijpen van zijn jeans hadden moeten openknippen. Of ik onderbrak hem, omdat hij bij het vertellen van een anekdote de hele tijd “‘k zeg” zei. Soms plaagde ik hem wanneer hij het niet zag. Wanneer hij Flight Simulator speelde met muziek in zijn oortjes en lichtjes en vals meezong met Ozark Henry of Eric Clapton. Hij zong ook de gitaren en piano. Dan grinnikte ik, maar hij hoorde het niet. Een zingende piloot heeft het maar druk.
Negen jaar is een lange tijd om iemand niet meer te zien. Of te kennen, vrees ik soms. Al ken ik toch mezelf, dat is bijna hetzelfde.
Kris De Bauw
Heel mooi, Hanneke 😉
Je hebt een papa uit de duizend.
Mis hem ook ( en zijn plagerijen )
groetjes,
Kris
hannelemmens
Bedankt, Kris.
Ik probeer, maar krijg zijn plagerijen niet onder de knie!
Dikke kus
miek de jongh
Liefste Hanne,een dikke knuffel geven Alex en ik en ook onze kinderen aan je papa,we hebben veel anecdotes die we gezamenlijk met onze kinderen nog aan je papa verdanken.Je was nog klein en je kan het je waarschijnlijk niet meer herinneren,maar als flesbaby had je ernstig slikprobleem,je was bijna aan het stikken,je papa kwam in paniek bij ons en we zijn stante pede naar het H.M.Keulen vertrokken,we probeerden je met alle middelen te reanimeren zonder succes en waren net op tijd om je af te leveren bij een anesthesist die je de eerste zorgen moest toedienen,het was kantje,boordje,en wij opgelucht dat je er nog was,ik heb nog vele verhalen,maar vooral,we missen je papa ook met zijn humor ,goedlachszijn en ook wel zijn weemoed,liefs,Miek
hannelemmens
Dankjewel Miek,
Ja dat verhaal heb ik vaak gehoord… Dat moet ongelooflijk zenuwtergend geweest zijn…
Veel liefs van Hanne
rudi
uwe pa was ne schat van ne vent..
zo ene die zich door het -soms allergene-leven sloeg zo goed hij kon
(en daar heb ik nog straffe anecdotes van)
zo ene die met zijn typerende relativerende monkellach geboren is en met een goeie plezante gezonde dosis ironie
Ik heb vooral aan onze eerste kan in Leuven mooie herinneringen.
-ons eerste latijns-amerikaanse bijeenkomst met miswijn en als snack oude hosties..
Ook ik mis hem.. en vooral dat ik hem op het einde niet kon bezoeken omdat ik er zelf doorzat..
hannelemmens
Bedankt Rudi,
Van die verhalen weet ik niets! Al zei hij vaak dat hij “vanalles had uitgestoken” in Leuven en dan kon er ik mij altijd wel iets bij voorstellen…
Groetjes
Maaike Cornelis
Hanne, prachtige herinneringen!! Nog prachtiger hoe jij ze kunt neerschrijven!
X
Maaike
Ps: weet je nog dat jouw vader altijd zei dat hij met mij later ging trouwen?? Toch zeer absurd, maar toen geloofde ik dat dat mogelijk was 🙂
hannelemmens
Dankje Maaike. Ja, dat weet ik nog! En ik geloofde het ook 🙂 Vreemd genoeg.