Ik denk graag terug aan de gezegende periode waarin mijn voeten nog niet beroofd waren van hun onschuld. Dat was vanaf mijn geboorte tot oktober 2006. Want toen kwam ik hem tegen.
Voor het filmfestival in Gent logeerde ik een week bij een vriendin die er op kot zat. Ik was lid van de jongerenjury, en mocht naast eenentwintig films bekijken ook meegenieten van enkele recepties en after-recepties. Een droom. En ik had nieuwe schoenen: zwarte lederen pumps die er vintage uitzagen, maar het niet waren.
Na een late avond hapjes opeisen van obers, acteurs proberen negeren en champagne binnenzwieren, fietste ik lichtjes in de frisse wind naar huis. Ik kwam er toe en opende de deur. Die schoenen knelden rond mijn kloppende voeten. De fiets kreeg zijn plekje in de gang en ik draaide me om, om de deur opnieuw te sluiten.
Er stond iemand, bescheiden in het deurgat dat voorts de nacht toonde. Niet al te groot. Middelbare leeftijd. Zwart haar. Zwarte jas. Jeans. Hij keek me bezorgd en schuldig aan. Zei niets. Of ik hem kon helpen. Of ik hem kon helpen! Of hij op iemand in het gebouw wachtte. Of hij Nederlands sprak. Of hij Deutsch sprak. English. Français. … Español?
Neen, schudde hij zijn hoofd. Of hij de vragen had begrepen! Hij traande. Het konden ook zweetdruppels geweest zijn. Wie was ik, om ‘s nachts een wanhopige en blijkbaar doofstomme man te veroordelen.
Kom binnen, duidde ik, onverklaarbaar. We gingen op de onderste treden van de grote trap zitten. Het waren toch zweetdruppels. Hij sprak nog steeds niet, maar uitte af en toe een piep langs zijn dunne lippen, gevolgd door een kuch in een vuistje.
Hij wees nerveus naar mijn voeten. Ik keek omlaag. Mijn aders puilden uit en pompten bloed onder het te strakke bandje. Keek hem weer aan. Hij reikte naar mijn voeten en wachtte op goedkeuring. Geïntrigeerd knikte ik. Hij nam mijn rechtervoet vast en trok mijn schoen zachtjes uit. Hij snoof eraan en traande nu toch. Hij maakte zich sterk en nam mijn klamme rechtervoet vast, die hij langzaam tot aan zijn gezicht bracht. Eens bij zijn gezicht, duwde hij zijn neus tussen mijn tenen. Dan wendde hij zich af om nog wat te wenen, mijn voet zwevend op dezelfde hoogte. Dan was zijn gezicht terug, om alsnog mijn voet te besnuffelen.
Ik begon me eindelijk ongemakkelijk te voelen en trok mijn voet rustig weg.
Hij gebaarde dat hij wou schrijven, dus gaf ik hem mijn notaboekje en een pen. Hij tekende ijverig en geniepig. Toen hij mij het bladje gaf, zag ik een kindertekening. Een rond cartoonesk gezicht met een voet ertegen. Hij wees ernaar met dwingende vinger. Stotterend schudde ik mijn hoofd.
Dan maakte hij dat hij wegkwam. Zo verdween hij de nacht in en liet me achter met opengesperde ogen, een verwarde geest en een blote voet.
Anon
Blijkbaar is die kerel still at it: https://www.facebook.com/SpottedOverpoort/posts/516969405051542
hannelemmens
Bedankt! Nu wordt me een en ander duidelijk…